Door het lezen van de Camera Obscura van Nicolaas Beets (1814-1930) onder het pseudoniem van Hildebrand voelde Anton Pieck zich aangetrokken om van de verhalen tekeningen te maken. Er is nooit een druk van de Camera Obscura verschenen met platen van Anton Pieck.
Vooral de negentiende eeuw was een geliefd arbeidsterrein voor Anton Pieck en hij bekeek dit tijdperk door de roze bril van de romanticus.
Voor en na de Tweede Wereldoorlog heeft Anton Pieck dan ook een drietal kalenders voorzien van kleur- en zwart-wit platen bij de verhalen uit de Camera Obscura.
Daarna kwamen in 1976 de eerste twee delen van een serie van zes boekjes uit waaronder ‘Ontmoeting met Hildebrand’. Elk deeltje van de serie bevatte zestien kleurtekeningen.
Bij de tekening ‘Jongens’ beschrijft en prijst Hildebrand de echte Hollandse kwajongen, die van alles uithaalt en mag uithalen; hij veroordeelt de moeders die van hun zoontje een verwend kasplantje maken, dat worden maar gluiperds, klikspanen, geniepigerds en lafaards! Laat de jongens in hun jeugd maar eens lekker te keer gaan.
Uit de beschrijving van Hildebrand blijkt maar weer eens dat Anton Pieck beschikte over een groot gevoel voor humor maar dat ironie hem ook niet vreemd was, zodat hij zich in Hildebrand’s levensklimaat en zienswijze uitstekend kon verplaatsen hetgeen uit tal van details blijkt.