“Gewoon en Gek” – Prentenboeken van Ingrid en Dieter Schubert
Periode: mei – oktober 2015
Vanaf 9 mei toont het Anton Pieck Museum een nieuwe tentoonstelling rondom de prentenboeken van Ingrid en Dieter Schubert.
De prachtige verhalen en illustraties zijn al jaren niet meer weg te denken uit kinderkamers over de hele wereld. De prentenboeken bereiken vooral grote oplagen in onder meer Nederland, Duitsland, Frankrijk, Scandinavië, Amerika, Japan en China. Inmiddels klassiek geworden helden zijn: ‘Platvoetje’, ‘Woeste Willem’, ‘Beer en Egel’. Het kleine zwarte hondje dat zich in ‘De paraplu’ stevig vasthoudt aan de rode paraplu, ligt in het echt bij Ingrid en Dieter Schubert onder de keukentafel.
De tentoonstelling zal worden verrijkt met diverse workshops en activiteiten voor kinderen en hun familie. Bekijk hier de planning en meer informatie over de workshops.
Meer over ‘het koningspaar van het prentenboek’ lees je in deze digitale folder.
Binnenkort meer over deze nieuwe tentoonstelling!
Ingrid Schubert (Essen, 1953) en Dieter Schubert (Oschersleben, 1947) maken al meer dan dertig jaar samen prentenboeken. Toch vallen ze niet in herhaling: steeds weer maken ze nieuwe prachtige prentenboeken die blijven verrassen. De illustratoren groeiden op in Duitsland, maar verhuisden naar Nederland omdat ze een beurs kregen voor de Rietveld Academie in Amsterdam. Het eerste prentenboek dat zij samen maakten, kwam eigenlijk voort uit een grap: het zoontje van vrienden was elke avond ontzettend bang voor een leeuw onder zijn bed. Maar wat is enger dan een leeuw? Een krokodil! Bovendien past dat dier beter onder een bed. Hun leraar Piet Klaasse stimuleerde hen om samen te werken en zo ontstond Er ligt een krokodil onder mijn bed! Hun eerste prentenboek werd niet alleen uitgegeven door Lemniscaat, maar verscheen meteen in veertien landen tegelijk. Sindsdien maakten Ingrid en Dieter Schubert vele prentenboeken en voorleesbundels, met inmiddels klassiek geworden helden die een plekje van kinderen en ouders vonden: Platvoetje, Woeste Willem, Beer en Egel en hun nieuwste held Quibus. Het kleine zwarte hondje dat zich in De Paraplu stevig vasthoudt aan de rode paraplu, ligt in het echt bij Ingrid en Dieter Schubert onder de keukentafel.
De prentenboeken van het illustratorenduo kenmerken zich door anekdotische-naturalistische aquareltekeningen, soms subtiel en met veel details zoals in Monkie, soms paginagroot en vol nuance als in De Paraplu. Wie goed oplet, herkent verwijzingen naar klassieke schilderkunst en andere visuele grapjes. Die worden door beide illustratoren bedacht, in een precies proces van het bedenken van een verhaal voor een nieuw boek, het maken van schetsen en uitvoerig overleggen welke tekening het beste overkomt. Maar wie nou precies wat maakt, is een goed bewaard geheim.
Niet alleen in Nederland zijn er vele fans van de Schuberts, zoals ze soms liefdevol genoemd worden, de miniheks op discoschoenen en de norse zeerover met watervrees vonden hun weg naar kinderkamers overal ter wereld. De prentenboeken bereiken vooral grote oplagen in onder meer Duitsland, Frankrijk, Scandinavië, Amerika, Japan en China.