Anton Pieck als tekenleraar

een periode tussen 1912 en 1960

Op elfjarige leeftijd verhuisde het gezin Pieck van den Helder naar den Haag.
Anton en Henri volgden daar samen naast het dagelijks onderwijs, in de avonduren van zeven tot tien uur tekencursussen bij het Tekeninstituut Bik en Vaandrager. Zij gaven opleiding voor de lagere- en voor de middelbare akte tekenen.

Toen Anton en Henri 14 jaar waren behaalden ze hun lagere akte.

Op hun 17e waren ze in het bezit van de middelbare akte tekenen. Anton werd toen gelijk docent tekenen en cultuurgeschiedenis aan het instituut waar hij zelf leerling was geweest. Henri koos daarna de Amsterdamse Academie voor Beeldende Kunsten om zijn opleiding te vervolgen.

In 1920 werd Anton Pieck tekenleraar

In 1920 werd Anton Pieck op het Kennemer Lyceum aangenomen als tekenleraar door Dr. De Vletter. Zijn betrekking als lyceumleraar was heel anders dan het pretentieloze lesgeven dat hij in den Haag had gedaan. Het lesrooster was zijn schrikbeeld. Dr. De Vletter nam dat al snel waar en heeft hem dan ook in stilte geholpen door het lesrooster zo in te richten dat er genoeg tijd over bleef om zich onder te dompelen in zijn eigen wereld. Hij wilde ’tekenen’, ’tekenen’.

Achthonderd leerlingen gaf hij wekelijks tekenles. Zijn werkmethode als leraar was- ‘Het weinige talent dat er zit niet tegenwerken en ervoor zorgen dat ze geen hekel aan je krijgen’ liet hij in het boek ‘Anton Pieck en zijn werkkamer’ optekenen. Door zijn aanpak is desondanks afdoend gebleken, dat de leerlingen van hem hielden. Zijn gehele leven bezochten ze hem, oud-leerlingen die over de gehele wereld waren uitgezwermd. 

40 jaar lang tekenleraar

Waarom is Anton Pieck er eigenlijk 40 jaar gebleven?
Hij heeft het volgehouden om de financiële basis die hem tegenover uitgevers onafhankelijk maakte. Zo kon hij alleen opdrachten aannemen waar hij achter stond.
Pieck gebruikte dan ook de eindeloze leraarsvergaderingen om de vele manuscripten door te lezen. Als hem werd gevraagd ‘en wat denkt mijnheer Pieck daarvan?’ dan kreeg men van hem dan ook altijd weer het veilige antwoord ‘dat de jongen zich toch nog wel wat meer kon inspannen’. En dan dook hij weer in zijn papieren wereld, een aantekenboekje bij de hand om die plaatsen in de tekst te noteren, waarvan hij dacht dat er een beeld in zat. Dat stille verweer van een man die binnen de schoolmuren stikte. En toch merkte men dat nauwelijks.

Hoe bescheiden Pieck altijd geweest is, was dan ook een herinnering aan zijn schooljaren op het Kennemer Lyceum.
Op een ouderavond kreeg Pieck een pleegvader op bezoek die over zijn leerlinge, die erg aardig kon tekenen, kwam praten.
‘Ja kijk eens, meneer Pieck’, zei de man, ‘als ze nou net zo veel leert tekenen, als U kan, dan ben ik al lang tevreden!’. Waarop Pieck bescheiden antwoordde dat hij het plezierig vond dat zijn bezoeker niet zulke hogen eisen stelde en tevreden ging men uit elkaar.

Na 1960 een nieuw begin

Na zijn pensionering in 1960 kreeg Anton Pieck meer ‘eigen’ tijd. Zijn enige gedachte was:
En nu de mouwen opgestroopt voor een nieuw begin!‘.
Het atelier, zijn werkkamer werd zijn wereld waar hij echt zichzelf kon zijn, achter zijn tekenplankje. Dat was zijn wereld.

Schoolklasje